Achtergrondinformatie Suikerziekte
Uw huisdier heeft suikerziekte. Dit is een tekort aan insuline. Insuline wordt aangemaakt in de alvleesklier. Belangrijkste symptomen zijn vermageren, veel drinken en veel plassen.
Suiker is de belangrijkste energiebron voor uw huisdier. Insuline zorgt ervoor dat suiker in het lichaam opgenomen kan worden en de suikerspiegel constant blijft. Zonder insuline zit er dus teveel suiker in het bloed.
Behandeling
U zult uw huisdier zelf insuline moeten prikken, dit kan wat spannend zijn in het begin, maar in de praktijk valt het mee. Het is belangrijk dat uw dier elke dag (2x daags) op dezelfde tijd insuline krijgt. De hond moet bij voorkeur 2 x daags op vaste tijden eten, de kat mag de hele dag door blijven eten. Vooral in het begin moet het bloed van uw huisdier regelmatig gecontroleerd worden om de insulinebehoefte te bepalen. Bewaar insuline ALTIJD in de koelkast. Voor gebruik het flesje zwenken (niet schudden) en let op de houdbaarheid!!
Waar moet u op letten?
Hyper:
Een zgn. hyper is een te hoge suikerspiegel in het bloed. Als uw huisdier meer insuline nodig heeft dan wat hij krijgt, komen de symptomen van suikerziekte weer terug. Dus meer plassen en drinken, afvallen, ect. Uw huisdier moet dan (opnieuw) ingesteld worden naar de correcte insuline hoeveelheid.
Hypo:
Een zgn. hypo is een te lage suikerspiegel in het bloed. Dit gebeurt als uw huisdier meer insuline binnenkrijgt dan wat hij nodig heeft. Een hypo is gevaarlijk!
Risicofactoren voor een hypo:
–Zorg dat uw huisdier nooit teveel insuline binnen krijgt.
–Als uw huisdier niet of minder eet dan normaal , bijv. als hij ziek is en u toch de normale hoeveelheid insuline prikt, kan hij een tekort aan suiker – een hypo – krijgen.
–Als uw huisdier braakt of diarree heeft – geef dan geen insuline.
Signalen hypo
Signalen van een hypo kunnen zich op elk moment voordoen, maar de kans is het grootst rond het moment waarop de toegediende insuline zijn maximale effect bereikt. Meestal is dat ongeveer 4-12 uur na de injectie. Hoe lager de bloedglucosespiegel wordt en hoe sneller de bloedglucosespiegel daalt, hoe ernstiger de verschijnselen zullen zijn. Hieronder staan enkele symptomen van een hypo, oplopend in ernst:
- Abnormale honger of juist geen interesse in eten
- Onrustig of juist sloom
- Angst en willen wegkruipen
- Vermoeidheid en zwakte
- Desoriëntatie en/of blind lijken te zijn
- Rillen, omvallen, vreemde bewegingen
- Ineenzakken
- Toevallen
- Coma
Hypo : wat te doen?
Denk je tekenen van hypoglykemie te zien of heeft je dier te veel insuline gekregen?
- Bel de dierenarts voor advies. Voordat je naar de dierenarts gaat, kun je je kat thuis alvast een EHBO-behandeling geven.
- Als de symptomen niet ernstig zijn en hij nog wil eten, kan een beetje voer voldoende zijn om de verschijnselen te verlichten en de bloedglucosespiegel te normaliseren.
- Wil je dier niet eten? Smeer dan suikerwater of honing op het slijmvlies van de wang of op het tandvlees.
Helaas kan er een hypo optreden wanneer je insuline toedient. Denk eraan dat je altijd de dierenarts raadpleegt als je bij jouw dier signalen opmerkt die je niet vertrouwt.
Teveel insuline spuiten kan gevaarlijk zijn vanwege het risico op een hypo, een dagje geen insuline spuiten kan veel minder kwaad. Uw dier heeft die dag dan in het ergste geval de symptomen van suikerziekte weer terug.